Over mij

Mijn foto
Hallo, ik ben Evy. Momenteel ben ik laatstejaarsstudente aan Odisee te Sint-Niklaas. Om mijn persoonlijke muzische vorming te volgen, is deze blog opgestart. Kijk gerust eens rond en veel plezier!

vrijdag 16 januari 2015

Gedichtenpad - Derde graad

Hieronder kan je een gedichtenpad vinden uitgewerkt voor de derde graad Lager Onderwijs.

1. Vertrektijden

uit Pannetje van papier, B. Rompa

Vertrektijden

Ik zie op eht perron
twee mensen lekker kussen.
Er klinkt een schril gefluit.
Dat zit er even tussen.

Het is de conducteur.
Hij kijkt op de seconde.
Het resultaat: twee
openstaande monden.

Was ik een conducteur,
ik lette niet op tijden.
Zijn mensen uitgekust,
dan gaat mijn trein pas rijden.

Locatie: Treinsporen Sint-Niklaas nabij de school

Muzische verwerking: De leerkracht start eerst een kort kringgesprek op over wat het gedicht juist gaat (tijd hebben om afscheid te nemen). Daarna geeft de leerkracht de opdracht om per drie het gedicht in stilte en zonder praten uit te beelden op straat zodat er een mooi stil drama wordt uitgebeeld.

2. Brand

uit Ik ben op jou!, M. van Hooft

Brand

Het is drie uur,
je les is uit,
daar loop je door de gang.
ik sta en kijk
en voel hoe warm
de blos groeit op mijn wang.
Je loopt voorbij.
Je ziet me niet.
Je sjaal raakt net mijn hand.
het vriest min zes.
ijskoud! Het sneeuwt!
Maar ik,
ik sta in brand.

Locatie: brandweerkazerne nabij de school

Muzische verwerking: De leerkracht vraagt aan de kinderen of ze zo'n gevoelens zelf al eens hebben gehad. Daarna krijgen ze de opdracht om hun ogen te sluiten en zich in dezelfde situatie te zetten dan het gedicht. het gedicht wordt nogmaals voorgelezen en de kinderen dienen dit naar hun eigen gevoelens uit te beelden. Het doel is hier dat ze zich durven laten gaan, niemand kan hen zien want iedereen heeft zijn ogen gesloten.

3. Winternacht

uit Een puit met hete pootjes, G. Gezelle

Winternacht

Hoe zwart staan al de bomen in
de witheid, onverwacht,
van 't overdadig sneeuwen, dat 't
gedaan heeft, van de nacht!

Ze staan daar, als gekoolzwart en
met tekenen geprent,*                                                          (*gedrukt)
al zwarte en zware staven*, op                                            (*letters)
een eindeloos perkament.


Ze roeren noch ze poeren* en,                                             (*porren)
bij 't nachtelijk gestraal*                                                      (*licht van de maan)
men zweren zou dat 't spoken zijn,
of reuzen allemaal.

De sterren staan en bliksemen*,                                          (*staan te bliksemen)
als ogen, ongeteld,
van boven, uit de koppen van
die reuzen vol geweld.

Ze groeien immer groter, en
de witheid van de sneeuw
verzwaart de zwarte stammen. Zich!*                                (*zie)
van een zo wordt er twee!

'k versta nu hoe van drollen*, gij,                                       (*kobolden)
en droezen* hebt gedroomd,                                               (*duivels)
wanneer ge, noorse heidenen,
verkeerde in 't geboomt.

bij 't razen van de winter en
bij 't nijpen van de nacht,
is de oude, grimme reuzenzegge*                                      (*grimmigereuzenmythe)
ontstaan in uw gedacht.

Locatie: onder het afdak aan de schoolpoort (hangt een groot krijtbord!)

Muzische verwerking: Eerst en vooral is het nodig om de woorden met * nader te verklaren aan de kinderen. Ze kunnen dit eerst zelf proberen te achterhalen door de context te linken aan deze woorden. Daarna kan er kort worden ingegaan op het taalgebruik van dit gedicht (niet zoals de andere gedichten). Vervolgens is het om het gevoel bij dit gedicht te achterhalen. Elke leerling krijgt dan een krijtje en dient zijn gevoelens bij dit gedicht te tekenen op het bord. Achteraf kan er een korte bespreking volgen.

4. Nee mama, nu even niet. (Didi van der Burg)

uit Straks zuig je de sterren op, zn

Nee mama, nu even niet

Nee mama, nu even niet.
Zou je me even niet kunnen storen?
Ik ben aan het lezen, zoals je ziet.
En heb geen zin om gezeur aan te horen.

Zoals:'je moet je tanden nog poetsen.'
ik begin hard te hoesten.
En doe net of ik niets heb gehoord.
In het boek wordt bijna iemand vermoord.

Nee mama, nu even niet.
Zou je even op kunnen houden?
Ik ben aan het lezen zoals je ziet.
Over diepe dalen en rustige wouden.

Waar je stil onder bomen kunt zitten.
En tussen de fleurige bloemen kunt pitten.
En waar mussen vliegen en mezen.
En je rustig je boek uit kunt lezen.

Locatie: hangmatten op de speelplaats

Muzische verwerking: Een kort gesprek bij dit gedicht dat we wellicht ons allemaal wel al eens zo hebben gevoeld. De opdracht is als volgt: de leerlingen zetten zich per twee en maken een klein toneeltje analoog aan het gedicht. Het moeten niet de woorden zijn van het gedicht maar moet er wel duidelijk aan gelinkt zijn. De kinderen kunnen daarna hun dialoog uitvoeren (uiteraard met gebruik te maken van de hangmatten).

5. Mooi is de titel

uit Ik schrijf, ik schrijf wat jij niet schrijft, zn

Mooi is de titel

Ik schrijf, ik schrijf
over komma's en punten,
alles wat ik zie
gaat door mijn hoofd
woorden
letters
als een boek

Ik schrijf, ik schrijf
ik schrijf fantasie
met balpen, vulpen
een boek van fantasie.

Zinnen met potlood
en pen, potloodzinnen
zoveel teksten:

Ik schrijf, ik schrijf
alles wat ik zie.

Locatie: kopieerlokaal

Muzische verwerking: Het is aan de kinderen om een potlood te nemen (staat klaar) en een blad papier. Daarop schrijven ze individueel wat ze allemaal zien, woorden, zinnen,... maar geen tekst. Daarna kan er vergeleken worden wat de ene wel ziet en de andere niet.

6. Zie je ik hou van je

uit www.poezieweek.com/school, H. Gorter

Zie je ik hou van je

Zie je ik hou van je, Ik vin je zoo lief en
zoo licht - je oogen zijn zoo vol licht.
Ik hou van je, ik hou van je.

En je neus en je mond en je haar en
je oogen en je hals waar je kraagje zit
en je oor met je haar er voor.

Zie je ik wou graag zijn jou, maar het kan
 niet zijn, het licht is om je, je bent nu
toch wat je eenmaal bent.

O ja, ik hou van je,
ik hou zoo vrees’lijk veel van je,
ik wou het helemaal zeggen – maar ik kan het toch niet zeggen.

Locatie: grote hal

Muzische verwerking: De kinderen moeten iemand in gedachten nemen waarvan ze heel veel houden. Ze krijgen een wit blad papier en houtskool. Het is de bedoeling dat ze de persoon die ze voor ogen hebben met hun ogen dicht! tekenen op het blad papier. We zijn nieuwsgierig naar de creaties! Daarna kunnen de werkjes toegelicht worden.

7. NU

uit www.poezieweek/com/school, B. Moeyaert

NU

Ik adem niet, ik zing.
zelfs als ik zucht,
klinkt het per ongeluk
alsof ik een paar noten neurie
die me vannacht, terwijl ik sliep,
zijn voorgezongen.
 
Het is alsof de lucht mijn deken is
en ik mijn hoofd het liefst te rusten leg
op het kussen van mijn longen,
de plek waar ik mijn hartslag hoor
in vierkwartsmaat: dat ik besta, dat ik besta.
 
Locatie: speelplaats (open lucht)
 
Muzische verwerking: Maak een rapliedje! Dit gedicht kan men ombouwen naar een rapversie. Het is aan de kinderen om dit te doen. Voorbeelden van rap kun je eventueel laten horen via een tablet als de school daar over beschikt. De kinderen werken in groepjes aan deze opdracht. Na ongeveer vijf minuutjes worden de rapliedjes voorgesteld aan elkaar.
 
8. Ik ben zo lenig door de warte
 
uit www.poezieweek.com/school, S. vand er Geest
Ik ben zo lenig door de warte...
Ik ben zo lenig door de warte
eh zo warrig door de lente
Ben in de bladerbloesemwar
de kiezelende stralenwar de gniechelende stikkewar
de stommestillestarenwar
Ik bloos me alle kleuren
spruttel woorden uit mijn mond
Ze strikkelen mijn lippen over
donken languit op de grond
Ik warrel en ik zwarrel maar ik krabbel wel een brief
Zo hardop zeggen lukt me niet ik vind je veel te lief
 
Locatie: turnzaal (grote ruimte waar ze elkaar niet kunnen storen)
 
Muzische verwerking: De leerkracht houdt een kort gesprek waarover dit gedicht gaat (in de war door verliefd te zijn). Hierbij wordt er ook gevraagd hoe de kinderen zich zouden gedragen als ze in de war zijn. Daarna worden de woorden met 'war' uit het gedicht gehaald (tijdens een tweede maal voorlezen). Vier kinderen worden apart genomen en dienen de woorden met 'war' uit te beelden voor de klasgenoten die op hun beurt moeten raden over welk woord het nu weer ging. Als afsluiter kan je de kinderen de laatste zin op een verlegen manier laten zeggen. Hierbij komen verschillende mogelijkheden van het uitdrukken van verlegen zijn aan bod.
 





Geen opmerkingen:

Een reactie posten