1. De olifant
Hans en Monique Hagen
OLIFANT
ik knip iets
heel ergs moeilijks uit
het wordt misschien
een olifant
o nee toch niet
de slurf valt eraf
het wordt een krokodil
of is het een giraf
Ik knip iets
veels te moeilijks uit
het wordt misschien
geen dier
het lijkt misschien
wel nergens op
ik maak een prop papier
OLIFANT
ik knip iets
heel ergs moeilijks uit
het wordt misschien
een olifant
o nee toch niet
de slurf valt eraf
het wordt een krokodil
of is het een giraf
Ik knip iets
veels te moeilijks uit
het wordt misschien
geen dier
het lijkt misschien
wel nergens op
ik maak een prop papier
Locatie: Kopieerlokaal
Muzische verwerking:
kinderen mogen een blaadje kiezen en een figuur uitscheuren. Het is de bedoeling dat de kinderen al scheurend tot een 'dier' komen. Dit kan ook met krantenpapier uitgevoerd worden.
2. Onze Auto
uit het boek 'Zullen we een bos beginnen' van J. Robben en B. Leroy
Onze auto
knipoogde onze auto
vrolijk naar straathoeken.
Kuste op parkeerplaatsen met paaltjes
en zwaaide met zijn ruitenwissers
naar dingen die hij door de regen niet kon zien.
Maar sinds de kampeerspullen
weer zijn opgeborgen,
staat onze auto eenzaam in de garage.
Wil hij niet meer starten en hoest
als iemand het sleuteltje draait.
Druppelt traantjes olie
op de grond tussen de harken,
de opblaasboot en de jerrycan.
Zonder dat we het merkten,
werd hij na de zomer hand in hand
door Frankrijk en Zwitserland,
tot over zijn zijspiegels verliefd
op onze caravan.
Locatie: Colruyt parking over de school
Muzische verwerking: Nadat de juf het gedicht hardop had voorgelezen, hoorde ze eerst bij de kinderen waarover het gedicht gaat. Ze vonden het een schattig gedichtje. Vervolgens moesten de kinderen samen met een partner een naam verzinnen voor een auto. Nadat ze per duo de namen hadden gezegd, moesten ze als volgende opdracht nog een naam verzinnen voor de caravan. Ze moesten er wel op letten dat de twee namen een beetje bij elkaar paste. Er kwamen verrassende namen uit zoals Jan en An (auto is meisje en caravan is de jongen), ...
3. Brandweerwagen
uit het boek 'Ik snap het' van W. Wilmink
De Brandweerwagen (voor Wobke)
Mi-a-oetje hoorde loeien:
waren dat verdwaalde koeien?
Nee, het was dat stofzuig-ding,
dat daar door haar kamer ging.
Ze stond eerst nog naar dat nare
boze apparaat te staren
en toen is ze weggevlucht.
Veilig in de buitenlucht.
Mi-a-oe is aangekomen
bij de hoogste van de bomen,
bij een hele hoge iep,
waar ze snel naar boven liep.
Heel hoog boven alle daken
zat ze zich daar bang te maken,
piepte met een smalle mond:
'hoe kom ik weer op de grond?'
Alle kinderen van de buren
stonden naar die boom te turen:
naar dat katje, klein en bang,
dat daar zat, al urenlang.
Weet je wat ze daar toen zagen?
O, zo'n mooie brandweerwagen,
en daar schoof een ladder uit,
met een stofzuigergeluid.
Toen de brandweer haar wou pakken,
toen liet Mi-a-oe zich zakken
en ze klauwde langs de stam
tot ze zelf beneden kwam.
Locatie: brandweerkazerne naast de school
Muzische verwerking: De juf heeft eerst nagevraagd bij de kinderen wanneer ze het doorhadden dat het gedicht over een katje ging. Daarna werd de vraag gesteld wat dit gedicht met de brandweer heeft te maken. De juf vroeg aan de kinderen om een sirene na te doen, daarna was de juf het katje, naargelang het katje hoger of lager klom, moest het geluid van de sirene respectievelijk luider of zachter klinken. (hierbij met dank aan de brandweerkazerne voor de onverwachtse sirene die afging)
4. Er lopen overal riviertjes onder mijn vel
www.poezieweek.com/school
uit De groeten van Superguppie van E. van de Vendel
Er lopen overal riviertjes onder mijn vel
Er lopen overal
riviertjes onder mijn vel.
En ik zie die blauwe adertjes wel,
maar ik voel ze niet.
ik hoor ze niet,
Ik weet niet waarheen ze stromen.
mijn lijf is een terrein
waar ik zelf niet kan komen.
Mijn lijf is een geheim
met een huid,
Ik kan niet bij mezelf naar binnen.
Ik ben mijn eigen
buitenland.
Locatie: EHBO-lokaal school
Muzische verwerking: alvorens aan de verwerking te beginnen heeft de juf eerst het gedicht verduidelijkt samen met de kinderen (dit door ze effectief naar hun armen te laten zien).
Daarna werd er aan de kinderen gevraag om een eigen lichaamsdeel anders te benoemen zoals de dichter deed (aders zijn rivieren). Ik stond versteld van de fantasie van de kinderen. Sommigen kwamen met heel originele ideeën zoals benen zijn wortels van een boom, armen zijn lampen,...
5. Het postkantoor
uit Speeltuin, N. Kuiper
Postkantoor
Het postkantoor is net
een speelplaats. lekker rennen
tussen alle mensen door, pennen
aan een touwtje, kaartjes
die je kunt vullen
en achter het loket
nog veel meer spullen;
jammer dat je daar niet bij
kunt komen - netjes in de rij
moet je wachten op je beurt.
In de schuifla leg je
wat je af wilt geven
en wat je betalen moet. Weg
is alles. En terug
krijg je wat je vraagt.
Zegels worden afgescheurd,
kaarten volgestempeld. Vlug
het wisselgeld. En dan: opzij
voor wie volgt in de rij.
Locatie: speelplaats (origineel was het plein voor het postkantoor voorzien, maar wegens het dreigende weer is dit niet doorgegaan)
Muzische verwerking: (Rollenspel)
De werden verdeeld in groepjes van vier of vijf en kregen de opdracht om een klein toneeltje te voeren dat aansloot bij het gedicht. Daar de speelplaats over huisjes en banken bestaat hadden de kinderen mogelijkheden genoeg om hiervan 'hun' postkantoor te maken.
6. Lepeltjessonet
www.poezieweek.com/school
van T. van Lieshout
We zeggen het nou voor de laatste keer, hoor,
want we hebben er genoeg van!
Wij hoeven heus niet chic
lepeltje-lepeltje in zo'n
deftige cassette alsof we
duur zilver zijn, maar we
willen niet ordinair op één
hoop gegooid worden met
de vorken. Als wij in de
la geen vak voor onszelf
mogen, dan geven wij er
de voorkeur aan om bij de
messen te liggen! op tafel
liggen we toch ook nooit
naast de vorken? Nou dan.
Locatie: eetzaal lagere school
Muzische verwerking: Het gedicht werd eerst verder uitgeklaard door woorden zoals 'cassette' en 'ordinair' nader te verklaren. Daarna mocht één leerling de tafel dekken voor één persoon. Hierna werd er aan de leerlingen gevraagd om zich in de plaats te stellen van een van de voorwerpen die op tafel stonden. Hierrond moesten ze zich voorstellen zonder te verklappen wie ze waren, de anderen konden dan raden wie ze waren.
7. Op naar de top
www.poezieweek.com/school
van R. Wille
ik
ik ren
ik ren rap
ik ren rap naar
ik ren rap naar de
ik ren rap naar de top
ik ren rap naar de top toe
ik ren rap naar de top
ik ren rap naar de
ik ren rap naar
ik ren rap
ik ben
moe.
Locatie: zijkant speelplaats (origineel de brug bij de kleuters maar daar zij aan het spelen waren was dit niet mogelijk)
Muzische verwerking: De kinderen merkten de structuur van het gedicht snel zelf op. De opdracht luidde dan ook om zelf zo een gedicht te maken, eerst in groep, daarna met heel de klas. Dit werd onder andere:
ik
ik eet
ik eet 's morgens
ik eet 's morgens boterhammen
ik eet 's morgens boterhammen met
ik eet 's morgens boterhammen met kaas
ik eet 's morgens boterhammen met kaas en
ik eet 's morgens boterhammen met kaas en choco
ik eet 's morgens boterhammen met kaas en
ik eet 's morgens boterhammen met kaas
ik eet 's morgens boterhammen met
ik eet 's morgens boterhammen
ik eet 's morgens
ik eet
niet meer
vandaag.
8. Muziek maken
uit het boek 'Speeltuin' van N. Kuiper
Als ik enge muziek wil maken,
denk ik meestal aan spoken en draken;
daar griezel ik altijd zo van.
Dan sla ik twee deksels tegen elkaar:
jongens pas op, jullie zijn in gevaar.
Ik trommel zo hard als ik kan.
ik kras met een stok
over een rasp en een blok.
Ik schud met een bus vol met stenen.
ik fluit en ik gil,
ik klap -
het is stil;
de enge muziek is verdwenen.
Bij huppelmuziek pak ik bellen;
ik rinkel ze rond om mijn voet.
Zou jij me eens willen vertellen,
wat jij bij het huppelen doet?
Locatie: turnzaal lagere school
Muzische verwerking: De leerkracht klapte in haar handen (traag, snel, gewoon,...) en floot daarbij (hoog, laag). Naargelang de geluiden moesten de leerlingen rondhuppelen door de turnzaal. Als de leerkracht stopte, moesten de leerlingen ook blijven staan. Daarna moesten ze naargelang een gevoel rondhuppelen (heel blij, gewoon, ...).
Evaluatie van het gedichtenpad:
Als afsluiter van de namiddag mochten de kinderen een tekening maken over een gedicht dat ze leuk vonden. Tijdens deze afsluiter had ik 8 enveloppen (verschillend van kleur) vooraan aan het bord gehangen, deze stonden voor de 8 gedichten die aan bod waren geweest. Elke leerling kreeg drie smiley's (heel blij, gewoon, verdrietig). Ze mochten deze in drie enveloppen steken waarbij ze de activiteit van een gedicht heel leuk, gewoon of niet leuk vonden.
Reflectie:
Naarmate het gedichtenpad vorderde, hoe enthousiaster de kinderen werden. Ze vertelden me achteraf dat ze dit nog nooit hadden gedaan en het wel leuk vonden. Qua timing had ik goed ingeschat hoeveel tijd we per gedicht konden besteden. Ik vond het zelf een leerzame uitdaging en het zal tevens iets zijn wat ik in de toekomst nog zal uitwerken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten